Beachvolleybal wordt 2 tegen 2 gespeeld. Er zijn vormen waarbij er (recreatief) ook 3 tegen 3 wordt gespeeld.
Er zijn geen vaste posities voor spelers in het veld. Over het algemeen is de taakverdeling op het veld goed gescheiden. Een van de twee is de blokker en de andere is de verdediger.
De puntentelling gaat bij beachvolleybal tot en met de 21 met een verschil van 2 punten. Een wedstrijd bestaat altijd uit 2 gewonnen sets waarbij de eventuele derde set tot de 15 gaat.
Bij beachvolleybal wordt om de 7 punten gewisseld. Dit om beide teams een zelfde soort van omstandigheden te bieden ten opzichte van de wind of zon die tegen is.
De 3 basis aanval technieken bij beachvolleybal zijn:
Als een bal naar de overzijde wordt gespeeld mag er geen zacht/lang contact zijn.
Een push- of duwtechniek, waarbij sturing wordt gegeven aan de bal is dus niet toegestaan.
Bij het bovenhands spelen van een setup (aanvals opzet voor smash, shot of push) hoeft er geen kort contact te zijn, maar er mag niet zijdelings worden gespeeld (enkel loodrecht op de schouderlijn).
Na het bovenhands spelen mag de bal geen draaiende beweging vertonen. Geen effect en niet meer dan een enkele omwenteling van de bal.
Een blok telt als een contact, waarna de bal dus nog maar 2 keer mag worden geraakt als hij aan dezelfde zijde van het net blijft.
De bal mag na een blok wel nogmaals door de oorspronkelijke blokkeerder worden gespeeld. Wel wordt dit dan als 2e contact van het team beschouwd.
Op lagere niveaus wordt er door scheidsrechter minder gefloten op een aantal technische fouten, en zeker in recreatief verband is het niet altijd mogelijk om technisch op dit hoge niveau te kunnen spelen.